Horsenality’s

Mensen kun je volgens een kwadrantenmodel in verschillende persoonlijkheden onderverdelen en voor paarden is dat in de grote lijn vergelijkbaar. Pat Parelli heeft zo’n persoonlijkheidsmodel specifiek aangepast op paarden en dit model ‘de Horsenality’s’ genoemd. Paardenpersoonlijkheden zou je in het Nederlands kunnen zeggen. Paarden zijn er in verschillende temperamenten, en ieder met hun eigen typerende kenmerken. Net als bij mensen, hebben paarden van nature een bepaalde ‘frame of mind’, een bepaalde manier van ‘in het leven staan’ en in meer of mindere mate aanwezige instinctieve reacties.

Doel van het Horsenality’s model is om – in elke situatie – te kunnen inschatten in welk kwadrant je paard zich op dat moment bevind, én wat dat betekent. Dus; welke dingen je beter wel en welke dingen je beter niet kunt doen op dat moment. Als je weet hoe je paard denkt en waarom hij zo denkt, word het steeds makkelijker om hem te kunnen begrijpen, en hem op een dusdanige manier te kunnen benaderen dat je hem zo goed mogelijk kunt ‘bereiken’.


We lichten eerst het model toe. Er word onderscheid gemaakt tussen:

  • Horizontaal: LB  en RB
  • Verticaal: ‘introvert’ en ‘extrovert’.

Dan word er nog onderscheid gemaakt in temperament. Hoe meer temperament, hoe extremer bepaalde eigenschappen aanwezig zijn en getoond worden.

LB staat voor ‘leftbrained’ oftewel; een paard wat zijn linkerhersenhelft gebruikt. Zo’n paard is in staat na te denken en te leren. Hij is kalm en ontspannen.

RB staat voor ‘rightbrained’ oftewel; een paard wat zijn rechterhersenhelft gebruikt. Zo’n paard functioneert op zijn instinct, is vluchterig, wantrouwend en gespannen.

Een introvert paard is in zichzelf gekeerd en beweegt zijn voeten liever niet.

Een extrovert paard beweegt het liefst juist wel en kan niet makkelijk stil staan.


Op deze manier kun je 4 combinaties maken met ieder hun eigen typerende kenmerken en daarbij horende sterke en zwakke punten:

  • Leftbrain Introvert (LB-I) Een in zichzelf gekeerd paard dat in staat is om na te denken. Vaak bestempeld als ‘lui’, omdat deze paarden niet zo graag bewegen.
  • Leftbrain Extrovert (LB-E) Een paard dat in staat is om na te denken en graag beweegt, de grapjas!
  • Rightbrain Introvert (RB-I) Een in zichzelf gekeerd paard dat bang is en bevriest. Het vaak verkeerd gelezen paard, wat dan ‘ineens’ ontploft.
  • Rightbrain Extrovert (RB-E) Een paard dat op zijn vluchtinstinct functioneert en daarbij moet bewegen, vaak gevaarlijke paarden aan je lijntje die je om de oren springen.

Een paard is niet per definitie één Horsenality. Dit kan per moment verschillen, en vaak heeft angst daar veel invloed op. De kunst is dus om per situatie in te schatten waar je paard zich bevind. Het doel is wel voor ieder paard hetzelfde: Gecentreerd en in balans raken.

In bovenstaande chart staan de meest kenmerkende eigenschappen, en dit komt niet altijd even positief over. Daarom is er op dezelfde manier een chart voor de positieve eigenschappen van de horsenality’s gemaakt.


Verschillende Horsenality’s hebben verschillende benaderingen nodig. De mentale toestand van het paard bepaalt welke oefeningen en tactieken slim zijn, en welke niet.

De Leftbrained Introvert (LBI)

Wat heeft dit paard nodig: Motivatie! Pat zegt dat zo, dit paard vraagt zich af ‘What’s in it for me?’ Oftewel, waarom zou hij iets gaan doen? Op de één of andere manier moet je wat je wilt doen zo interessant en/of leuk maken dat dit paard een reden ziet om mee te werken.

Wat zijn de positieve eigenschappen van dit paard: Ze zijn kalm en een stabiele factor. Ze zijn niet zomaar van hun stuk gebracht en betrouwbaar. Ze zijn een soort rots. Als je de ‘voorwaarts denken knop’ gevonden hebt, bijvoorbeeld heerlijke recreatie paarden!

Wat moet je bij dit paard vooral niet doen: Respectloos en lomp worden. Je kunt steeds grover worden, ze zullen er altijd een schepje bovenop doen. Het is zoeken naar een compromis, en vooral; zelf zacht blijven! Deze paarden zijn vaak ‘zwaar’ en ‘lomp’ (gemaakt!). Toch kunnen ze ontzettend zacht en lief zijn, als je dat zelf maar blijft. De kunst is niet gefrustreerd te raken maar de uitdaging te zien.

Wat zijn goede oefeningen voor dit paard: Hersenkrakers. Vraag ze iets heel moeilijks, waarbij de voeten niet tot nauwelijks bewogen hoeven te worden (want daar hebben ze helemaal geen zin in!) maar waarbij het brein aan de gang moet. Als je ze weet te ‘pakken’ tussen de oren, interessant word voor ze, zullen ze vanzelf de voeten willen gaan bewegen.

De Leftbrained Extrovert (LBE)

Wat heeft dit paard nodig: Play, uitdagingen! Dit paard moet constant mentaal uitgedaagd worden, bij dit paard kun je niet vaak genoeg iets nieuws introduceren. Hij moet bezig gehouden worden en je zal constant bezig moeten zijn interessant te blijven.

Wat zijn de positieve eigenschappen van dit paard: Ze zijn speels, vrolijk en meegaand. Ze bewegen graag en zijn dus heerlijke paarden om actief en veelzijdig mee aan de gang te zijn.

Wat moet je bij dit paard vooral niet doen: Gehoorzaamheid afdwingen, elke dag hetzelfde doen of constant ‘nee’ zeggen. Deze paarden tonen vaak veel initiatief. De kunst is van jouw idee zijn idee te maken, maar wel eerst zijn idee te begrijpen. Dit paard moet een beetje het gevoel hebben dat hij wat in te brengen heeft om vervolgens vrolijk met jou mee te doen. Dit zijn de paarden die zichzelf wel eens lostrekken uit frustratie of verveling als je het verkeerd aanpakt, om dan vervolgens hun eigen feestje te gaan bouwen.

Wat zijn goede oefeningen voor dit paard: Elke dag iets nieuws, dingen waarbij hij veel moet bewegen en nadenken, hij mag constant uitgedaagd worden, de moeilijkheidsgraad mag steeds verder omhoog. Al je creativiteit mag erin!

De Rightbrained Introvert

Wat heeft dit paard nodig: Vertrouwen! Vertrouwen in jou, in zijn omgeving. Rust, en veel tijd om na te denken. En vooral; zelfvertrouwen.

Wat zijn de positieve eigenschappen van dit paard: Ze zijn over het algemeen heel gehoorzaam, lief en rustig. Ze hebben een grote ‘will to please’.

Wat moet je bij dit paard vooral niet doen: Die ‘will to please’, dat is precies wat maakt dat je ze makkelijk overvraagt, ze doen er alles voor het goede antwoord te geven. Op deze paarden moet niet te veel druk gezet worden, ze hebben tijd nodig om na te denken en mentaal bij de les te kunnen blijven. Ze zijn snel overprikkeld, dit word alleen vaak pas veel te laat gezien omdat ze zoveel inwendig opkroppen.

Wat zijn goede oefeningen voor dit paard: Rustige oefeningen waarbij er niet veel fysieke actie gevraagd worden. Oefeningen waarbij het paard in alle rust na kan denken en de puzzel op kan lossen, waardoor zelfvertrouwen gebouwd word. Deze paarden hebben heel veel baat bij patronen. Veel herhaling, tot ze ergens mee vertrouwd zijn. Veel afwisseling maakt deze paarden onzeker(der).

De Rightbrained Extrovert

Wat heeft dit paard nodig: Focus en veiligheid! Er stroomt enorm veel activiteit en adrenaline door dit paard, die moet op de één of andere manier in goede banen geleid worden. Dit paard heeft een sterke leider met veel focus nodig die het paard weer ‘met vier voeten op aarde’ weet te krijgen.

Wat zijn de positieve eigenschappen van dit paard: Als deze paarden eenmaal gekalmeerd zijn, zijn het vaak fantastische dieren om mee te werken. Ze bewegen graag en zijn enorm atletisch. Als ze jou als leider hebben ‘ontdekt’ gaan ze voor je door het vuur.

Wat moet je bij dit paard vooral niet doen: Hem vertellen het rustig aan te doen. Hoe meer je deze paarden sust en probeert tegen te houden, hoe gekker ze worden.

Wat zijn goede oefeningen voor dit paard: Zijwaarts, achterwaarts en veel van richting veranderen. Als je deze paarden op een volte of rechte lijn zet, kalmeren ze nooit en blijven ze lopen tot ze bij wijze van spreken dood neer vallen. Geef ze een taak waarbij ze wél kunnen bewegen, maar ook na moeten gaan denken. Het omstappen en coördineren van de achterbenen eist van ze na te gaan denken. Daarom zijn achterwaarts, zijwaarts en van richting veranderen door de achterhand te laten omstappen zulke goede oefeningen voor ze.


In het kort samen gevat:

Introverte paarden: Eerst het brein, dan de voeten.

Als je ze mentaal ‘bij jou’ krijgt, volgen de voeten vanzelf. Deze paarden vanaf het begin dwingen hun voeten meer te bewegen zal ervoor zorgen dat ze alleen maar introverter worden. In het geval van een RB paard kun je zo zelfs een ontploffing veroorzaken.

Extroverte paarden: Eerst de voeten, dan het brein.

Deze paarden mentaal bij jou krijgen lukt simpelweg niet als ze niet eerst de voeten mogen bewegen. Het is zoeken naar een manier om de weg van die voeten steeds meer die van jou te laten worden, waardoor er ‘mentale connectie’ volgt.

Rightbrained paarden: Eerst vertrouwen, dan nieuwe dingen.

Een paard wat bang is, heeft baat bij patronen, bij herhaling, moet eerst vertrouwen in jou, zichzelf en/of zijn omgeving krijgen voordat je hem iets kunt leren. Deze paarden KUNNEN niet leren zolang ze bang zijn en instinctief reageren. Je moet ze eerst in hun ‘learning frame of mind’ zien te krijgen voordat je met iets nieuws of uitdagends aan kunt komen.

Lefbrained paarden: Wees uitdagend en waak voor dominantie.

Zorg dat deze paarden een reden zien met jou in gesprek te blijven. Zien ze die niet, zijn ze weg, letterlijk of figuurlijk. Zelfvertrouwen bij een paard, ligt erg dicht bij dominantie. Waak daar bij deze paarden heel scherp voor. Als je de dominantie verhoudingen langzaamaan laat glippen, valt er vaak geen land te bezeilen met deze paarden. Maak er geen strijd van, die verlies je. Met deze paarden is er maar één ding belangrijk; maak er een spelletje van.

The Seven Games

The Seven Games van Pat Parelli zijn wat ons betreft de beste stap naar communicatie met je paard. Je leert de ‘spelletjes’ 1 voor 1 en op deze volgorde. Als je ze eenmaal allemaal in de basis kent en kunt uitvoeren, kun je de volgorde loslaten en gaan variëren, het moeten niet ‘de zeven taken’ worden! Je begint de Seven Games in stap en aan een korte lijn (12ft). Hoe handiger jullie worden, hoe sneller je kunt gaan, hoe groter je de afstand kunt maken en hoe moeilijker je de variaties kunt gaan maken.

Pat noemt de eerste 3 games de ‘Principle Games’.

De eerste 3 games zijn je ABC, je alles eigenlijk. Ieder ‘probleem’ dat je later tegenkomt leidt terug naar 1 (of een combinatie) van die 3 games.

Game #1 is de Friendly Game en heeft als sleutelwoord Confidence.

Het gaat om (zelf)vertrouwen. Om vertrouwen in jou als leider, om vertrouwen in de spullen die je gebruikt en dingen die je op het erf of onderweg tegen kunt komen.

Game #2 is de Porcupine Game en heeft als sleutelwoord Feel.

Deze game gaat om wijken voor fysieke druk. Het is het stukje ‘Follow a Feel’. Paarden hebben van nature heel veel ‘opposition reflex’, gaan van nature snel tegen druk in. Het is goed je paard te leren juist mee te denken en mee te bewegen in plaats van er tegenin te gaan. Denk bijvoorbeeld alleen al aan teugel- en beenhulpen, en het fijn kunnen leiden van je paard.

Game #3 is de Driving Game en heeft als sleutelwoord Suggestion.

Het gaat in deze game om het wijken voor ritmische druk; je ultieme doel is hier je paard te kunnen laten bewegen op intentie/focus/energie, dus zonder hem aan te raken.

De volgende 4 games noemt Pat de ‘Purpose Games’.

Als je de eerste 3 games goed beheerst kun je met deze volgende games écht aan de slag, de spelletjes met een doel.

Game #4 is de Yoyo Game

Deze game gaat om het maken van overgangen, en om het voor- en achterwaarts gaan, even makkelijk te maken.

Game #5 is de Circling Game

Het gaat hier om een stukje verantwoordelijkheid voor je paard. Gang en richting kunnen aanhouden en kijken waar hij loopt. Ook leer je je paard van een afstand weer naar je terug te komen.

Game #6 is de Sideways Game

Hier gaat het om zijwaarts kunnen gaan. Je paard wordt hiervan behendiger en atletischer.

Game #7 is de Squeeze Game

Met deze game leer je je paard zijn angst voor nauwe doorgangen en kleine ruimtes overwinnen, veel paarden hebben deze angst van nature. Trailerladen en het springen van hindernissen zijn ook squeeze games.

The Seven Keys To Succes

Om succesvol met paarden om te kunnen gaan, heeft Pat Parelli de belangrijkste ‘ingrediënten’ op een rijtje gezet;

(1) ATTITUDE of in het Nederlands; je houding.

Met stip en niet voor niets op 1; de manier waarop je in het leven staat! De manier waarop je tegen dingen en mensen/dieren aankijkt en ermee omgaat. De manier waarop je je voelt en hoe je die gevoelens uit. Daar valt of staat je ‘succes’ mee.

Zie je problemen of zie je uitdagingen?  Zie je kansen, leerprocessen? Mogelijkheden tot groei, tot persoonlijke ontwikkeling? Of zie je tegenslag, moeilijkheden, frustratie en voelt alles als een (te) hoge drempel?

Het zit hem allemaal in de juiste mindset. Als je paard anders reageert dan je had verwacht of gehoopt, denk je dan ‘waarom doet hij zo vervelend’, of kun je dan denken ‘wat deed ik waardoor mijn paard op deze manier reageerde?’

(2) KNOWLEDGE of in het Nederlands; kennis.

Er zijn maar weinig mensen die van nature zoveel gevoel hebben als bijvoorbeeld Pat Parelli. Met een goede portie basiskennis is het een stuk makkelijker te begrijpen waarom je dingen op een bepaalde manier ‘moet doen’, en waarom je paard zich gedraagt en reageert zoals hij doet.

(3) TOOLS of in het Nederlands; spullen.

Om de vergaarde kennis te gebruiken en je paard veilig te kunnen hanteren, heb je de juiste spullen nodig. Denk aan een halster, leadropes, een goed passend zadel, etc. Zonder de juiste spullen is het moeilijk om succesvol vooruit te komen. Investeer dus in de juiste spullen.

(4) TECHNIQUES of in het Nederlands; techniek.

Met alleen de juiste spulletjes en een rugzak kennis ben je er nog niet. De manier waarop je aan de slag gaat valt of staat met de juist techniek. Gevoel krijgen met het materiaal dat je gebruikt, weten hóe je het veillig kunt gebruiken, dat is essentieel. Dat kun je doen door een aantal simulaties op voorwerpen of bijvoorbeeld een gezinslid, in plaats van direct op je paard. Daarnaast zijn er een aantal houdingen die je moet kennen en een paar knopen die je hoort te kunnen gebruiken.

 

(5) TIME of in het Nederlands; tijd.

Hoe meer tijd je hebt / investeert, hoe sneller je vooruitgang boekt.  De één heeft uren, de ander moet het van een paar keer een half uurtje hebben. Alles is prima, roei met de riemen die je hebt. Wees vooral realistisch over de tijd die je beschikbaar hebt, en stel haalbare doelen en tussenstapjes.

(6) IMAGINATION of in het Nederlands; verbeelding.

Durf groot te dromen, durf doelen te stellen die onhaalbaar lijken, durf ervoor te gaan. The sky is the limit! Zie het voor je, probeer je voor te stellen hoe het voelt. Geloof in jezelf, geloof in je paard, geloof in het proces en laat de creativiteit en inspiratie stromen. Heb je daar zelf van nature niet zo veel van? Zoek het dan! Er is online heel veel te vinden, bezoek een Equiday, etcetera.

(7) SUPPORT of in het Nederlands; hulp.

Zorg dat je met al je vragen en problemen ergens terecht kunt. Neem les, zoek mensen in je buurt die ook Natural Horsemanship doen of willen doen en spreek met elkaar af. Organiseer of bezoek bijvoorbeeld een playday.

Inspiratiedoos

Een leuk idee; de inspiratiedoos!

(let op; voor de mensen die nog niet zo bekend zijn in Parelli land is dit wellicht abracadabra – de basis van mijn voorbeelden zijn de assesmentlijsten van Parelli waarmee je je vooruitgang kunt meten in de levels per savvy)

Voor wie het lastig vindt te bedenken wat hij kan gaan doen.. Je kan uiteraard eindeloos variëren, ik geef hier 2 voorbeelden.

  • Kies een doosje waar diverse kaartjes in passen en gebruik eventueel grotere kaartjes om groepen te kunnen maken/scheiden.
  • Zorg voor kaartjes in 3 of meer kleuren (als je optie 2 volgt meer nodig, dan afhankelijk van welke savvy’s je wel of niet wilt invoegen)
  • De kleuren staan voor verschillende categorieën, je houdt de categorieën gescheiden in de doos.

OPTIE 1 (voor wie gemiddeld genomen niet veel tijd heeft, of slechts een ‘richting zoekt’ en dan zelf verder varieert, of  juist voor wie creativiteit heeft beyond the assesment lists)

  1. Categorie ‘Wat’
  2. Categorie ‘Waarmee’
  3. Categorie; ‘Handicap’

De kaartjes voor ‘Wat’; schrijf op ieder kaartje de opties waar je mee wilt werken. Je kunt bijvoorbeeld voor iedere Game een kaartje maken, voor ieder Pattern een kaartje etc.

De kaartjes voor ‘Waarmee’; schrijf op ieder kaartje een ‘ding’ waarmee je het eerst getrokken kaartje wilt uitvoeren. Kaartje voor bal, kaartje voor trailer, kaartje voor zeil, kaartje voor vlag, kaartje voor pionnen, etc.. alle opties die je hebt. Kijk goed om je heen.. 😉

De categorie ‘Handicap’ kun je ook laten gaan of door iets anders vervangen, maar je kunt jezelf een handicap geven, mogelijk afhankelijk van hoeveel tijd je hebt. Bijvoorbeeld ‘Zittend op een stoel’, of ‘met plastic zak ipv string aan je stick’, of ‘met neckrope ipv halster’ etc. Wees creatief.

Je trekt uit alle categorieën een kaartje en je kunt aan de slag! Heb je veel tijd hebt kun je bijv. 2 setjes trekken.

OPTIE 2 (voor wie lekker veel houvast wil en de takenlijsten graag rond wil krijgen, en voor wie wat meer tijd heeft)

 

 

1. Categorie Online – taken van de assesment list

2. Categorie Liberty – taken van de assesment list

3. Categorie Freestyle – taken van de assesment list

4. Categorie Finesse – taken van de assesment list

5. Patterns

6. Can you – kleine uitdagingen

 

 

Binnen de kaartjes heb ik het verloop van L1 naar L4 geschetst. Je kunt dan als het ware kijken hoe ver je kunt komen op het kaartje. Ik heb de assesment lijsten gebruikt als uitgangspunt en dan per obstakel geprobeerd te combineren. Een paar voorbeelden ter inspiratie:

Afhankelijk van hoeveel tijd je hebt, trek je 1, 2 of 3 kaartjes om mee aan de slag te gaan.

 

(Pat Parelli schreef daarover ook, hij geeft de volgende richtlijn voor ‘Savvy Sessions’;

  • Heb je een minuut of 5; kriebel de lekkerste kriebelplekjes, doe wat stretchoefeningen, ‘hang out’..
  • Heb je een minuut of 20; speel de seven games met een obstakel, neem iets van de assesment lijst dat je kent en probeer het te verbeteren of ga ‘on grazing tour’.
  • Heb je een uurtje; ga met 1 of 2 patterns aan de slag en introduceer iets nieuws.
  • Heb je meer dan 2 uur; ga met 2 of 3 patterns aan de slag, introduceer iets nieuws, neem graaspauzes of organiseer een playdate met vrienden.)

#3 Driving Game

De Driving Game is het wijken voor ritmische druk. We hebben het hier dus over energie, in plaats van over fysieke druk zoals bij de Porcupine Game. Bij de Driving game is je leadrope bedoeld als ‘safety net’, het is de bedoeling dat die voornamelijk los hangt, en dat je hem alleen gebruikt als het écht nodig is.

De fases van je vragen bij de driving game;

  1. Focus (dus een stuk intentie en energie)
  2. Lift it (je tilt je drijvende hand / leadrope / carrot stick op)
  3. Swing it (je maakt energie met die hand / leadrope / carrot stick)
  4. Touch it/tappen (die hand / leadrope / carrot stick land op de plek waar het paard weg zou moeten zijn ondertussen)

 

Nog een klein stukje herhaling uit het artikel lichaamstaal. Pat Parelli heeft het paard in 5 Zones verdeeld. Dat ziet er ongeveer zo uit als op het plaatje.

Word je bewust van de zogenaamde “drive line“, die zit zo ter hoogte van de schoft.

Alle druk die je voor de drive line uitoefent (dus in Zone 1 en Zone 2) leidt tot stoppen/achteruit/van je af bewegen.

Alle druk die je achter de drive line uitoefent (dus in Zone 3, 4 en 5) leidt tot voorwaarts of een beweging naar je toe.

 

Nog een paar mooie quotes van Pat kunnen niet ontbreken;

“Trust that they’ll respond but be ready to correct, one no more than the other.” 

Wat eigenlijk inhoudt; stel je vraag duidelijk – ga er vanuit dat er een mooi antwoord aan komt – maar zorg dat je alles klaar hebt om te kunnen bijsturen. Als je begint met de Driving Game, zorg dan bijvoorbeeld dat je Zone 1 of Zone 2 begeleidt met wat Porcupine, om te voorkomen dat je je fases moet verhogen door onbegrip, en je onnodig ‘grof’ moet worden.

“Do less sooner instead of more later”

Geef je paard ruimte en tijd om zelf te puzzelen en micro manage niet te veel. Maar aan de andere kant; denkt je paard een andere kant op dan jij bedoeld (je zou bijna willen zeggen; geeft je paard het verkeerde antwoord, maar hé, hou het bij jezelf; was je vraag wel duidelijk genoeg?) stuur dan voorzichtig bij in de richting die jij bedoeld en laat hem niet te lang zwemmen. Hoe langer je wacht, hoe groter je ‘correctie’ moet worden, hoe minder harmonisch het allemaal voelt..

HIDE YOUR HINEY

Een leuk spelletje om te spelen waarbij je de achterhand van je paard wegdrijft, zodat zijn neus jouw kant opkomt. Let erop dat je voldoende afstand hebt en in de juiste positie staat; gebruik absoluut je stick om uit de buurt te blijven van waar je paard jou bijvoorbeeld met zijn achterbenen zou kunnen raken als hij uit zou slaan. Hide your hiney voorkomt dat je moet trekken aan het hoofd, je kunt je paard op die manier bijvoorbeeld ook fijn en licht uit het gras halen. Touwtje trekken is op deze manier zo verleden tijd!

DRIVE & DRAW IN BALANS

Leer het verschil tussen drive (het paard bij je vandaan drijven) en draw (je paard naar je toe vragen). Beide bewegingen zijn vooral ‘energie’ en niet zo zeer fysiek contact. Zorg dat drive & draw in balans zijn. Als je meer drijft zal je merken dat je paard onzeker kan worden, als je te veel drawt kan het zijn dat je paard juist duwerig en dominant word. Onzekere paarden zul je dus bijvoorbeeld vaker naar je toe moeten vragen, dominante paarden juist wat vaker van je af drijven. Als je je paard naar je toe wilt vragen, aai dan als het ware je paard naar je toe door je leadrope naar je toe te aaien.

START-TIPS:

  • Kan ik de voorhand van mijn paard van me af laten bewegen?
  • Kan ik de achterhand van mijn paard om laten stappen?
  • Kan ik mijn paard voorwaarts laten gaan vanuit zone 2 of 3?
  • Kan ik hem dan naar een bepaald punt/obstakel laten bewegen?
  • Kan ik mijn paard achterwaarts / mijn ruimte uit laten bewegen?
  • Kan ik hem dan weer terug naar me toe laten komen door het touw naar me toe te ‘aaien’?